In 2012 heeft de EU de Nobelprijs voor de Vrede gekregen voor haar inzet voor vrede, verzoening, democratie en mensenrechten in Europa.
Bij de prijsuitreiking vorig jaar beloofde de EU het aan de Nobelprijs verbonden geldbedrag (930.000 euro) beschikbaar te stellen voor kinderen die niet de kans krijgen om in vrede op te groeien en dit bedrag uit eigen zak te zullen aanvullen tot 2 miljoen euro. Meer dan 28.000 kinderen hebben hier al van kunnen profiteren in het kader van een viertal geselecteerde projecten.
Inmiddels heeft de EU besloten om in de komende jaren door te gaan met dit initiatief, dat daarmee uitgroeit tot een duurzame politieke erfenis van de Nobelprijs en een gericht instrument ter ondersteuning van het onderwijs in conflictgebieden. In 2013 heeft zij het bedrag opnieuw verdubbeld, zodat er dit jaar vier miljoen euro beschikbaar is voor bestaande en nieuwe projecten.
De Nobelprijs voor de Vrede van 2012
Bij de uitreiking van de Nobelprijs verklaarde het Noorse Nobelcomité dat zijn beslissing gebaseerd is op de stabiliserende rol van de EU, die heeft geholpen om Europa om te vormen van een continent van oorlog tot een van vrede.
De succesvolle inzet voor vrede, verzoening, democratie en mensenrechten was volgens het comité de belangrijkste prestatie van de EU.
De inzet van de EU heeft gezorgd voor broederschap tussen naties en komt neer op een soort "vredescongres", zoals Alfred Nobel dat in 1895 in zijn testament noemde als criterium voor de vredesprijs.
De EU is de 21e internationale organisatie die deze prijs heeft gewonnen sinds hij in 1901 voor het eerst werd uitgereikt.
- Volledige verklaring van het Nobelcomité
- Gemeenschappelijke verklaring van Commissie en Raad over de Nobelprijs voor de Vrede
- Verklaring van de voorzitter van het Europees Parlement
Prijsuitreiking
De EU mocht de prijs op 10 december 2012 in Oslo in ontvangst nemen. De prijs werd, zoals gebruikelijk, uitgereikt door de voorzitter van het Noorse Nobelcomité. De EU werd vertegenwoordigd door de voorzitters van de Raad, de Commissie en het Parlement. De voorzitters Van Rompuy en Barroso hielden namens de EU de traditionele Nobelprijsrede. Maar ook vier jonge Europeanen, die de online-wedstrijd hadden gewonnen (zie hieronder), maakten deel uit van de EU-delegatie in Oslo.
Wedstrijd
De EU-instellingen en het Europees Jeugdforum hadden een wedstrijd georganiseerd, waarin zij jongeren vroegen uit te leggen wat vrede in Europa voor hen betekent.
Kinderen van 8 tot 12 jaar oud werd gevraagd hun antwoord in te sturen in de vorm van een tekening. Jongeren van 13 tot 24 jaar mochten een korte tekst insturen. Er zijn ongeveer 5.400 inzendingen ontvangen. De winnaars zijn gekozen door een jury onder leiding van stripauteur Jean Van Hamme en via een stemming op Facebook.
Prijswinnaars
- Elena Nicoletta Garbujo (16 jaar), Italië
- Ilona Zielkowska (21 jaar), Polen
- Larkin Zahra (23 jaar), Malta.
Deze vier winnaars mochten met de officiële delegatie van de Europese Unie mee naar Oslo om de Nobelprijs 2012 in ontvangst te nemen. Zij waren aanwezig op de officiële ceremonie op 10 december en bij het concert ter gelegenheid van de Nobelprijs voor de Vrede de dag erna.
Volgens de EU-leiders is de Nobelprijs voor de Vrede niet alleen een erkenning van wat de EU in het verleden heeft verwezenlijkt. Het gaat ook om de toekomst. "Daarom willen wij de jongeren van Europa, die een continent van vrede zullen erven en voor de toekomst van Europa verantwoordelijk zullen zijn, met ons meenemen naar Oslo."
Enquête over de EU als winnaar van de Nobelprijs voor de vrede
Diagram met de resultaten van de enquête over de toekenning van de Nobelprijs voor de vrede aan de EU © EU
Voornaamste conclusies:
- Driekwart van de ondervraagden is het ermee eens dat vrede en democratie de belangrijkste resultaten van de EU zijn.
- Tweederde is er trots op dat de EU de Nobelprijs heeft gewonnen.
- 60% vindt dat de EU de Nobelprijs terecht heeft ontvangen en dat dit goed is voor het imago van de EU.
- In Griekenland, Oostenrijk, Nederland en Zweden vindt de meerderheid echter dat de toekenning geen goede keuze was en ook het imago van de EU niet zal verbeteren.